In competitie met vier andere teams hebben we een ontwerp gemaakt voor het nieuwe Jessa Ziekenhuis in Hasselt. Voor deze opgave hebben we samengewerkt met KAAN architecten en het Belgische LOW architecten, die ons team de benodigde ‘couleur locale’ hebben gegeven.
KAAN gaf een nieuwe impuls aan het kennisniveau van het team. Daar waar wij onze ziekenhuis-expertise inbrachten, zorgden zij voor vernieuwende denkbeelden vanuit hun eigenzinnige architectuurbenadering. Prikkelende vragen vormden de basis voor vruchtbare discussies. Waarom heeft een ziekenhuis een hotfloor? Waarom zit een ziekenhuis eigenlijk zo in elkaar, en kan het ook anders? Dankzij deze respectvolle, intrigerende samenwerking hebben wij onze ideeën kunnen vervolmaken. En kwamen we tot nieuwe inzichten, nieuwe denkrichtingen en onverwachte kwaliteitsverbeteringen.
Het traditionele ziekenhuis is doorgaans één grote bouwmassa, waarbinnen de verschillende functies (onder)verdeeld zijn, als een soort lappendeken. Dat staat flexibiliteit in de weg en maakt het op de langere termijn lastig om groei of krimp van functies op te vangen.
In ons ontwerp zijn de functies daarom in de hoofdstructuur duidelijk gescheiden in intensieve zorg, verpleging, magazijn en administratie/poliklinieken. (Of om in ziekenhuistermen te spreken: hotfloor, hotel, fabriek en kantoor). Daardoor is toekomstige uitbreiding, met bijvoorbeeld een zorghotel, eenvoudiger en is uitbesteding van taken makkelijker. Afhankelijk van de ontwikkelingen in de zorg en de geneeskunde kan de hotfloor groeien en het magazijn kleiner worden. Of kan verpleegcapaciteit krimpen en de ruimte voor poliklinieken groeien.
Zo ontstond een geheel waarin de verschillende functies organisch zijn vervlochten, zonder dat de efficiency en ziekenhuisprocessen worden gehinderd. De verpleegafdelingen, bestaande uit eenpersoonskamers met prettig uitzicht, meanderen als één lange ‘slinger’ over de gehele bouwmassa. Waarbij de meest zorgintensieve afdelingen – zoals IC, CCU, cardiologie en verloskamers – pal boven en dus vlakbij de hotfloor zijn gesitueerd. Elk bouwdeel heeft bovendien een patio voor extra licht en zicht. Door het gebouw loopt een centrale route, een brede boulevard met o.a. winkels, een lunchcafé en een restaurant. Onderweg heb je constant doorkijkjes, is er licht en visueel contact met de buitenwereld.
Tot slot: duurzaamheid was een vanzelfsprekende vereiste bij deze opdracht. Het ontwerpteam zet in op ‘brede duurzaamheid’, van groot tot klein. Zo komt er veel groen rondom het gebouw om warmte te reduceren en water te infiltreren en te bufferen. Regenwater wordt gebruikt om de toiletten door te spoelen. En warmte en koude willen we diep onder de grond opslaan. Ingenium en Sureal, de ingenieursbureaus in ons team, hebben alles geanalyseerd met de VIPA-duurzaamheidsmeter, een tool ontwikkeld door de Vlaamse overheid. Op alle drie de vlakken, people-planet-profit, scoort het gebouw bijzonder goed.