De polikliniek van het Maastricht UMC+ dateert uit begin jaren ‘90. Vernieuwing en modernisering zijn beslist nodig. Ons voorstel voor de nieuwe Poli op Maat brengt alles samen. Een verouderd labyrint van gangen, kamers, balies en wachtruimtes verandert in het heldere, poliklinische hart van het ziekenhuis. Waar patiënten haast vanzelf de weg vinden in een uitnodigende, goed ‘leesbare’ omgeving. Waar de medische professionals prettig en superefficiënt kunnen werken doordat de spreek-onderzoekskamers en hun backoffice volledig gescheiden zijn.
Vanuit het door Wiegerinck ontworpen Entreegebouw loop je langs de centrale ziekenhuis-as en kom je halverwege de Serrehal de iets uitspringende entree van de nieuwe polikliniek tegen. Uitgevoerd in hout, mooi contrasterend met de rest van het ziekenhuis, is het een herkenbaar oriëntatiepunt. Ook na je consult, als je weer naar huis gaat. De opzet van nieuwe poli versterkt de orthogonale structuur van het gehele Maastricht UMC+, die wordt gekenmerkt door straten en pleinen.
Als je de poli binnenloopt passeer je een aantal balies met gastheren en gastvrouwen en ruimtes voor meten en wegen. En dan sta je in het hoge, ruime ‘houten hart’ van de polikliniek, het poli-plein, voorzien van een koffiebar. Naar links en naar rechts strekt zich een brede straat uit vol groen, waar je de diverse specialismen en wachtruimtes vindt. Je kunt in het centrale deel van de poli wachten – aan een tafel, in een treinzitje, op een comfortabele bank – maar ook verderop een plekje zoeken, vlakbij de kamer waar de arts je voor het consult ontvangt.
Artsen, AIO’s en ondersteunend personeel betreden de spreek-onderzoekskamers kamers vanuit hun backoffice. De werkruimte voor het medisch en ondersteunende personeel is dus volledig gescheiden van de patiëntenstroom. Zo kan de arts in de backoffice het dossier van de zojuist geziene patiënt bijwerken, terwijl de volgende patiënt zich al omkleedt. Ook kunnen AIO’s vanuit hier meedraaien in het proces van de polikliniek: alle betrokken professionals zijn hier immers aanwezig en dus is kennisdeling maximaal mogelijk. De backoffice ruimtes grenzen bovendien aan een brede omloop, waarlangs medische benodigdheden worden aangevoerd en afval wordt afgevoerd.
De geschakelde en uniforme spreek-onderzoekskamers zijn, al naar gelang de benodigde specialistische capaciteit, elke dag flexibel inzetbaar. Wanneer bijvoorbeeld urologie een hele drukke dag heeft en het wat rustiger is bij orthopedie, is de kamerplanning snel aangepast. Behandeling en functieonderzoek van (poli)klinische patiënten gebeurt op de eerste verdieping, waar een zone van voor-en nazorg vrijwel direct aan het centrale wachtgebied grenst. Ook hier is de hoge centrale ruimte, het vanuit alle richtingen herkenbare hart, altijd het vanzelfsprekende oriëntatiepunt.