Het Universitair Ziekenhuis Gent ondergaat de komende dertig jaar in fases een metamorfose. Het masterplan van de campus omvat naast een centrale nieuwbouw ook tal van andere bouw- en vernieuwingsprojecten. De eerste schakel in die keten is Nobel I, een hoogbouw waarin de komende jaren diverse functies worden ondergebracht, variërend van poliklinieken tot kantoren en labs. Op de lange termijn zal het gebouw onderdak bieden aan zorggerelateerde bedrijven die actief zijn in de Research & Development.
Snelheid was niet de enige eis. Tegelijkertijd moest het gebouw mooi in het masterplan passen, lang meegaan, ambitie en vooruitstrevendheid uitstralen, duurzaam zijn, fungeren als poortgebouw voor het nieuwe ziekenhuis, logisch aansluiten op de toekomstige nieuwe gebouwen en ook nog eens een landmark vormen voor de stad Gent. Het complete ontwerp, inclusief technisch ontwerp en kostenraming, is in vier weken tijd gemaakt.
Het nieuwe gebouw wordt uiteindelijk onderdeel van een reeks onderzoeksgebouwen met een aangrenzend park. Een naastgelegen cateringgebouw kan eventueel worden gehandhaafd en op een organische manier in het nieuwe gebouw worden opgenomen. Op de begane grond leiden uitnodigende colonnades en een patio je naar de entree van twee verdiepingen hoog, waar je ook vergaderruimtes aantreft. Het dak is een tuin vol bomen en planten, met uitzicht naar alle kanten. Een opvallende groene kroon, zichtbaar vanaf grote afstand. Hoge raampartijen zorgen binnen voor veel daglicht en bieden gebruikers een maximaal uitzicht over de campus.
De onderste verdiepingen van de hoogbouw bieden in de eerste fase onderdak aan diverse poliklinieken en kantoren van de afdeling ICT. Omdat het gebouw in eerste instantie zeer verschillende functies moet kunnen accommoderen is het casco glashelder. Alles past in het voorgestelde stramien. De ruimtes hebben zo min mogelijk kolommen, doordat zowel de centrale schacht (voor lift en brandtrap) en de gevel dragend zijn. Elke verdieping is eenvoudig te ontsluiten voor zeker vier verschillende bedrijven c.q. functies.
Normaal bevindt alle techniek zich bovenop een gebouw. Maar omdat het gebruik en de technische eisen per verdieping steeds kunnen wisselen, moet ook de techniek (bekabeling, luchtverversing, persleidingen) flexibel zijn en snel aangepast kunnen worden. De techniek is daarom opgesplitst in twee lagen. Het eerste deel bevindt zich op de vierde verdieping en bedoeld voor de verdiepingen daaronder. Het tweede deel bedient de bovenste verdiepingen en bevindt zich op het dak en is weggewerkt in een daktuin.
Aangezien de tijdsdruk hoog was voor het nieuwe gebouw is alleen de dragende kern in het werk gestort. De rest van het gebouw is gebouwd met prefab-onderdelen. Bijkomend voordeel hiervan is dat het hele gebouw en de gevel door slechts twee partijen werd gebouwd.